Caresheet

Pogona vitticeps

Inleiding

Deze caresheet is bedoeld voor de de inlandse baardagaam (Pogona vitticeps). Een baardagaam is een goed te houden reptiel, dit komt mede door zijn vriendelijke en rustige karakter. Door het oppakken en door de aandacht die je aan de baardagaam besteed zal deze aan de mens wennen en hierdoor minder stress hebben.

Een volwassen baardagaam is +/- 50 cm groot. In gevangenschap kan een baardagaam ongeveer 7 tot 12 jaar worden. De standaard kleur is van licht bruin tot grijs. De kleur rond de ogen is oranje of geel en de baard kan ook oranje of geel zijn. Ook zijn er verschillende kleurvariaties.

Kijk eerst goed rond voordat je een baardagaam gaat aanschaffen.
De baardagaam moet alert zijn en helder uit zijn ogen kijken. Als hij dat niet doet ben je er bijna zeker van dat hij ziek is.
Kijk of hij een goed gewicht heeft (rond buikje) en dat zijn heupbeenderen niet zichtbaar zijn. Vaak missen ze ook een stukje van de tenen of de staart. Controleer de mond op mondrot, het lichaam op ongewone plekken en de cloaca op sporen van diaree.

Als je van plan bent om één baardagaam te houden kun je het beste kiezen voor een mannetje. Een vrouwtje alleen heeft kans op legnood, hieraan kan ze dood gaan.

Inlandse baardagaam

Afkomst

De baardagaam komt uit Australië, van droge en half woestijnachtige gebieden, ook uit de open bossen. Hij is overdag actief en gaat gelijk als het donker wordt slapen. De baardagaam is een grondbewoner maar ook kan hij goed klimmen. Doordat de baardagaam in verschillende gebieden leeft zijn er verschillende kleurvariaties. Hij heeft de kleur van het gebied waar hij leeft. Zo zijn er van nature rode baardagamen. Deze baardagamen leven in een gebied waar het zand rood is. Een standaard baardagaam (die van licht bruin tot grijs is) zal niet in het zelfde gebied kunnen overleven, want deze valt te veel op en zal snel een prooi zijn.

De baardagaam komt uit Australië, van droge en half woestijnachtige gebieden, ook uit de open bossen

Huisvesting

Een groot woestijn terrarium, minimaal moet de afmeting voor 1 baardagaam 100x50x50cm (lxbxh)zijn. Voor een paar of een trio 150x50x50 cm. In het terrarium kun je een aantal boomstronkjes of takken plaatsen waarop ze kunnen zonnen. Ook kun je een paar flagstones onder een spot plaatsen, deze houden de warmte goed vast. Als ondergrond wordt vaak beukensnippers of zand gebruikt, dit geeft vaak veel problemen. Beukensnippers schimmelen als deze te vochtig zijn. De meest natuurlijke bodembedekking voor baardagamen is zand. Het houdt de warmte goed vast. Er zijn verschillende soorten zand. Als je zand wilt gebruiken kun je het best speelzand gebruiken. Zeef dit goed, zodat de grote korrels er uitzijn. Als je baardagaam hier wat van binnenkrijgt raakt hij niet zo snel verstopt. Probleemloze bodembedekking is kunstgras. Dit is makkelijk schoon te houden, schimmelt niet en de baardagaam kan er niet verstopt van raken zoals bij zand. Het nadeel hiervan is dat je de baardagaam wel wat vaker moet schoonmaken. Kunstgras haalt het vocht niet uit de ontlasting. En als een baardagaam hier door loopt wordt hij snel smerig.

Terrarium met kunstgras

Temperatuur

De temperatuur moet overdag 32 tot 35°C zijn in het warme gedeelte en 24°C in het koude gedeelte van het terrarium. Onder de spots mag het zelfs iets boven de 41°C uitkomen. ‘s Nachts moet de temperatuur rond de 17 tot 18°C zijn. Per dier zomogelijk minimaal 1 spotje, maar let wel op dat je een koude plek in het terrarium blijft houden. Voor de spots gebruik ik “baskingspot” van ZooMed. Ook moet je een speciale TL-lamp gebruiken voor de UV-stralen (zie voeding). Deze is zeer belangrijk om de baardagaam optimaal te laten groeien. Warmte stenen zijn voor een baardagaam niet goed. Ze gaan er graag op zitten, maar voelen niet dat het te warm gaat worden en hebben dan een grote kans dat ze zich zelf verbranden.
Nooit 2 volwassen mannen bij elkaar plaatsen i.v.m. stress en vecht gedrag. Twee volwassen mannen kunnen elkaar behoorlijk verwonden. Plaats ook nooit te veel jonge dieren bij elkaar. Bij te weinig ruimte kunnen deze elkaar verminken aan de staart en tenen.

Terrarium met speelzand

Geslachtsonderscheid

De man heeft grote donkerdere femorale poriën en vaak een iets grover uiterlijk. Deze poriën worden door het mannetje gebruikt om hun territorium uit te zetten. De vrouwtjes hebben ook poriën, deze zijn erg klein en soms niet te zien.

De man heeft grote donkerdere femorale poriën
Man
Bij de vrouw zijn de poriën vaak kleiner
Vrouw

Een andere methode voor geslachtsonderscheid is door naar de staartwortel te kijken. Bij het mannetje zie je 2 bultjes, dit zijn de hemipenissen, en bij het vrouwtje 1 bult.

Bij de man zijn duidelijk 2 bulten (hemipenissen) te zien
Man
Bij de vrouw is 1 bult zichtbaar
Vrouw
Als de man boos, geschrokken of opgewonden is, dan zal hij zijn baard “opblazen” en zal deze helemaal zwart worden. Vrouwtjes kunnen hun baard ook opzetten, dit gebeurt zelden

Kweken

Winterrust

Het begin van de winterrust in de maand november, de temperatuur moet langzaam worden terug gebracht naar overdag 20°C. ‘s Nachts mag het 15°C worden. De duur van de dag moet ook verkort worden van 14 uur licht naar 10 uur licht. Ook moeten de dieren minder gevoerd worden, 2 keer per week. Bepoeder het voer goed met kalk en vitamine. Natuurlijk moet je altijd schoon water blijven geven. Na 8 tot 10 weken winterrust moet de temperatuur weer rustig omhoog worden gebracht. Als je weer op de normale temperatuur zit dan moet je de baardagamen ruim voeren. Muizen zijn goed om de vetten en mineralen op pijl te brengen bij het vrouwtje. Als je de mannetjes en vrouwtjes apart hebt gehouden dan moet je ze nu bij elkaar plaatsen.

Paring

Na de winterrust wordt het paartje weer bij elkaar geplaatst, deze zullen nu paar gedrag vertonen. Het mannetje zal knikken met de kop en een zwarte baard opzetten. Het vrouwtje zal doormiddel van het zwaaien met de voorpoot bevestigen als ze paarrijp is.
Bij de paring kan het mannetje erg ruw zijn, zal deze zich vast bijten in de nek van het vrouwelijke dier. Uiteindelijk zal het mannetje de staart om de staart van het vrouwtje heen slaan en zal zijn hemipenis naar buiten gaan en zo het vrouwtje bevruchten.
Ook komt het wel eens voor dat een vrouwelijke baardagaam eieren produceert terwijl deze niet heeft gepaard. Dit kan voorkomen doordat de vrouw sperma op kan slaan, dus het volgende legsel geen man nodig heeft.
De man kan een erg grote paar drift hebben en de vrouw verwonden of zelfs dood bijten. Als je ziet dat de man te agressief wordt moet je ze apart zetten. Een goede oplossing hiervoor is om bij deze man meerdere vrouwtjes te plaatsen. De baardagaam heeft meerdere per jaar, bij overplaatsing of en stress kan de baardagaam een legsel over slaan.

Baardagamen aan het paren

Eieren uitbroeden

Ongeveer een maand na de paring zal de vrouw een opgezwollen buik krijgen hieraan kun je zien dat de vrouw bevrucht is. Hoe dichter ze bij het leggen komt hoe dikker ze zal worden. Gedurende deze tijd moet je de vrouw rijkelijk voeren en geef haar ook extra kalk en vitamine. Vlak voordat ze eieren gaat leggen stopt ze met eten, nu moet er dus voldoende leg ruimte zijn. Als je kunstgras hebt moet je een bak met zand van +/- 15 cm neerzetten. Hierin zal ze gaan graven en eieren in leggen. Normaal gesproken worden de eieren s’ avonds gelegd. Er worden er 12 tot 24 eieren gelegd, maar ook vaak meer.
Als de eieren gelegd zijn dan moet je ze opgraven en in de broedmachine plaatsen. Probeer ze zo min mogelijk te draaien, anders kun je het embryo doden. Plaats de eieren in een bakje met ongeveer 10 cm vochtig vermiculiet. De gewichtsverhouding van water:vermiculiet is 1:1. Doe op het bakje altijd een deksel met gaatjes. Om de eieren optimaal vochtig te houden maak je de deksel af en toe vochtig door deze te vernevelen of door een beetje water bij het vermiculiet te doen. De vochtigheid moet 80 tot 90 % zijn. Zorg dat er geen grote druppels aan de deksel komen, dan is het te vochtig.
De temperatuur van de broedmachine moet 28°C tot 31°C zijn. Wij hebben het beste resultaat met een temperatuur van 29 °C.
De eieren komen uit tussen de 50 en 70 dagen. Laat de uit het ei gekomen dieren niet over de nog niet uitgekomen eieren lopen. Wij hebben hier problemen mee gehad. De jonge baardagamen gaan graven in het vermiculiet en zo kunnen de eieren die aan het uitkomen zijn in een gat rollen. Deze baardagamen kunnen zo dood gaan. Als de eieren uit zijn gekomen plaats je de jonge baardagamen in een opkweek terrarium.

Baardagaam legt eieren
Eieren van een baardagaam in de broedmachine

Het opkweken van de jonge baardagamen

De in het opkweek terrarium geplaatste baardagamen kunnen bij elkaar geplaatst worden zorg echter dat het terrarium groot genoeg is (voor 10 jonge minimaal 60x40x40 cm). Zorg dat het niet te warm is i.v.m. uitdrogen.
Voer de jonge iedere dag veel jonge krekels en fruitvliegjes. Bepoeder deze goed met kalk en vitamine. Geef ze ook fijngehakte stukjes groente en fruit. Voer ze veel, want als je de jonge te weinig voert gaan ze Bij elkaar aan hun staart en pootjes eten. Geef ze ook sepia en fijn gemalen eierschalen voor een goede botopbouw. Sproei de jonge iedere dag, je zult zien dat ze hier ook van drinken. Als je een waterbakje in je terrarium zet dan mag deze niet te groot en te diep zijn (een jonge baardagaam verdrinkt snel). Een plastic dop van een cola fles is een goede maat.

Jonge baardagamen komen uit het ei
Jonge baardagamen in een terrarium

Pin It on Pinterest